Deze tekst schreven wij aan de hand van een gesprek met een vrouw in Almere Buiten.
Ik heb drie dochters en een zoon en een Marokkaans-Nederlandse man.
We gaan nooit naar Marokko op vakantie, want al zijn familie woont hier.
Wel gaan we elk jaar naar Egypte, naar mijn moeder. Die is nu 80 jaar, oud en ziek.
Mijn moeder woont in dezelfde straat als waar ik ben opgegroeid.
Maar niet in hetzelfde huis. Dat is ingestort. Er woonden te veel mensen in en het was er scheef.
Veel huizen zijn daar scheef. Als je de trap op loopt of je staat in een huis, dan voel je dat.
Mijn man begrijpt daar niets van. “Hier durven mensen te wonen? Zijn ze gek in hun hoofd?”
Er is een nieuw huis gebouwd op de plek waar ik als kind woonde.
Mijn moeder woont een paar huizen verder, in een flat.
Ik ben opgegroeid in een grote stad van Egypte, Alexandrië.
Vlak bij de zee. Vlak bij het strand. Heerlijk.
Mijn kinderen gaan liever naar het zwembad, die houden niet van het plakkerige en schurende gevoel van zand tegen hun benen.
Ik snap dat niet, voor mij hoort dat bij het gevoel van ontspannen bij het water zitten.
Mijn zoon ging vorig jaar de Egyptische zee in met een snorkel en zag grote vissen zwemmen, want die heb je daar en het water is mooi helder. “Mama! Ik ben bang!” schreeuwde hij. Echt een Nederlandse jongen is het.
Ik mis het zwemmen en de zee hier in Nederland.
Er kwam die vakantie een man naar mij toe.
“Jij bent Arabisch toch? Egyptisch?”
“Ja.” zei ik.
“En die kinderen die daar spelen, die daar Frans spreken, die zijn niet van hier toch?”
“Die zijn van mij.” zei ik.
Ik mis het zwemmen en de zee hier in Nederland.
Ik hou er niet van om bedekt te zwemmen.
Ik ga veel liever in mijn badpak.
Soms doe ik dat nog wel eens.
In Egypte, met alleen maar vrouwen.
Ik ben in Egypte geboren. Toen kwam er een man langs bij mijn familie.
Hij had mij gezien en vond me wel interessant. Of ik met hem wilde trouwen.
Ik vond het wel best. Mijn familie heeft het geregeld.
Ik ben naar Nederland verhuisd met het idee hier een paar jaar te wonen en dan terug te gaan.
Maar we bleven, kregen kinderen en scheidden.
Nu heb ik een nieuwe man en mijn kinderen en toch voel ik mij in dit land gevangen.
Mijn kinderen zijn Nederlands, dus dit is hun thuis.
Maar ik val overal tussen in. Ik heb 20 jaar in Egypte gewoond en 20 jaar in Nederland.
In Egypte ben ik de vrouw uit Nederland. In Nederland ben ik de vrouw met de hoofddoek.
Overal waar ik kom ben ik vreemd.
In Egypte verandert alles continue, net als op alle andere plekken op de wereld.
De gebruiken, de taal. Soms praat ik met iemand in Egypte en dan vinden zij mij raar en ik hen.
Iedereen wil ineens vrienden met mij worden, terwijl ik nog steeds dezelfde persoon ben.
10 jaar geleden ben ik begonnen mijzelf te bedekken en een hoofddoek gaan dragen.
Ik ben daar veel Nederlandse ‘vrienden’ mee kwijt geraakt.
Ze zeggen nu alleen maar in de verte gedag. Ze willen niet meer stil met mij staan op straat.
En ik begrijp het wel.
Ik kan niet meer mee naar het strand om daar in mijn badpak te liggen met een sigaret en een biertje in mijn handen.
Dat gaat niet samen. Voor allebei niet. Maar jammer is het wel.
Veel Arabische mensen spreken mij nu aan, heel vriendelijk.
Iedereen wil ineens vrienden met mij worden, terwijl ik nog steeds dezelfde persoon ben.
Maar eerst zagen ze het niet, dat ik Arabisch was. Grieks misschien. Of Turks.
Maar met een hoofddoek is het duidelijk voor ze.
Ze zien me ineens.
Mijn kinderen mogen zelf bepalen hoe ze hun geloof inrichten.
Ik ga ze dan ook niet verplichten een hijab te dragen.
Ik draag het ook voor mijzelf, niet voor anderen.
Soms hoor ik dingen die ze uitspoken tijdens het uitgaan of op vakantie.
Ik doe dan van de buitenkant alsof ik het accepteer, maar van binnen kan ik dat dan niet.
Als ik nee ga roepen heeft dat geen zin.
Toen ik jong was heb ik ook genoeg beleefd en gedaan.
Soms denk ik daar aan terug en kan ik me bijna schamen.
Deed ik dat? Durfde ik dat?
Ik was in Egypte moderner dan nu.
Mijn dochters hebben daar geen weet van.
Dat ik net zo was als zij.
Als je jong bent wil je dingen uitproberen.
Dat is ook goed. Het hoort erbij.