Ik ben Duitse en al 18 jaar getrouwd met een hele lieve, leuke, Nederlandse man. Ruim acht jaar geleden verhuisden we dus naar opa en oma in Nederland. Daarvoor deden we eerst opbouwwerk in Engeland en bouwden vervolgens een school in Gambia.

Hier vond mijn man werk in Amsterdam en ik in Almere, als organisator van creatieve activiteiten en een gezond sociaal netwerk voor kinderen van vluchtelingen. Maar als je in Almere een netwerk wilt opbouwen, moet je ook hier wonen en daarom besloten we om hier neer te strijken. Ten gunste van de behoefte van deze gevluchte kinderen. Ik doe dat werk in een iets andere vorm nog steeds en Almere is mij dierbaar geworden. Want ik heb hier de ruimte gevonden om dit werk te innoveren en om het netwerk enorm uit te breiden: het kan in Almere.

Grappig detail is, dat we eerst in Driebergen woonden. Daar had niemand het idee dat Almere een aantrekkelijke stad was, Almere had daar geen goede reputatie. En als je zomaar door Driebergen en Almere rijdt, kan ik dat ook begrijpen. Maar ondertussen heb ik veel geleerd over mijn stad: het is een ‘garden city’ (zoals die ooit ontworpen werden om arbeiders in een gezondere omgeving te huisvesten, red.) en als je daar gewoon doorheen rijdt, zie je al die mooie, speciale plekjes van Almere niet. Nu ik het ontwerp en het gedachtengoed begrijp, heb ik daar heel veel respect voor.

Diamondiaal: een thuis ontworpen door kinderen
Met ons sociaal-culturele bouwproject Diamondiaal in Almere Oosterwold kan ik daar nu ook letterlijk mijn steentje aan bij dragen. Met deze fantastische kinderen en families waarmee ik werk, doen we echt aan ‘Mensen maken de Stad’, dat Almeerse motto, geweldig om daaraan bij te dragen.

Diamondiaal is het resultaat van drie jaar lang onderzoek naar de vraag ‘Wat heb je nodig om je in Nederland thuis te voelen?’ We hebben duizenden Flevolanders deze vraag gesteld: Almeerders, nieuwe Nederlanders, noem maar op. Het leidde tot de tentoonstellingen: ‘Thuisland’ en ‘Thuis als een spiegel van jezelf’ in het voormalige architectuurcentrum Casla, een ontwerp van een droomhuis en ook tot interactieve speel- en ontmoetingsplekken. Iedereen vond dat zo gaaf, dat we het gewoon móesten gaan bouwen.

En dat lukt: we bouwen nu voor 1800 m 2 aan woningen in Almere Oosterwold. Dichtbij de natuur creëren we al die details die de kinderen ooit tekenden, geweldig, nu planten we bijvoorbeeld hun waterlelie. Het geeft zo’n overweldigend gevoel dat kinderen groot kunnen dromen en dan hun dromen verwezenlijken. De tuinen doen we met permacultuur: we verbouwen voedsel, waarbij elk plantje deel uitmaakt van een zichzelf in stand houdend ecosysteem. Dus weinig onderhoud, geen bestrijdingsmiddelen en heel veel diversiteit aan planten die vrucht dragen en die elkaar helpen. Er ontstaat een bijzondere, eigen sfeer met veel sociale cohesie, want je ontwerpt en creëert samen met de kinderen en hun families. Daar genieten we elke dag van en ik voel me daar helemaal thuis, want het is echt een paradijsje aan het worden. Niet alleen voor de kinderen die er gaan wonen, maar ook in interactie met de kinderen in de buurt. In Almere kan het, echt.

Niet zeuren op de politiek, maar zelf doen
Maar met Diamondiaal doen we meer dan alleen samen een woongebied inrichten. We transformeren ook van sociale huur naar koopwoningen voor mensen met een smalle beurs, we verbinden woon- aan werkgelegenheid en creëren een hechte gemeenschap. Zo is Diamondiaal ook een manier om armoede en eenzaamheid te bestrijden. Want we creëren werk door met elkaar sociale ondernemingen te starten: een wooncoöperatie, een restaurant, een vervoersbedrijf en nog veel meer. Ieder brengt zijn eigen talenten naar vermogen in.

Hoe leuk is het dat wij niet meer hoeven te klagen over welke politiek dan ook die de woningnood of werkloosheid niet aanpakt? Het is een groot gevoel van vrijheid en empowerment om te zeggen: “Ophouden met zeuren en zelf aan de slag met je woonomgeving en je bedrijven!”

Binnenlopen bij de buren, eten delen
We woonden eerst in Almere Haven en dat vond ik een heel mooi stadsdeel: heel rustig en groen. We woonden tegenover een school en ik heb dat als heel veilig en fijn ervaren. Ik had ook buren met een prachtig bamboebos in de tuin. Maar op een gegeven moment verhuisden ze en de nieuwe buren wilden alle bamboe eruit en in plaats daarvan vierkante, betonnen tegels. Dat voelde voor mij toch minder groen, minder zuurstof, minder natuurlijk. Wij hebben die bamboe trouwens verplant in een van onze nieuwe community gardens, dus dat groeit nu weer lekker.

Maar het was in Haven niet vanzelfsprekend dat alle voordeuren openstaan en dat je zomaar bij elkaar kunt binnenlopen. Je kunt geluk hebben, maar dat had ik dus niet. En dat is belangrijk voor mijn thuisgevoel. Toen wij daar kwamen wonen, gaven we een feestje en ik was gewend dat je dan je buren uitnodigt. Maar ik begreep hun antwoord niet: “In je dromen!” Mijn man legde me later uit dat het zoiets betekende als: ‘Je kunt ervan dromen dat we op jouw feestje komen, maar in werkelijkheid zal het nooit gebeuren.’ Daar ik schrok enorm van.

Intussen weet ik dat anderen dat ook meemaken. Bijvoorbeeld: je komt uit Syrië en je bent gewend om dubbel te koken, gewoon voor het geval je buren binnenlopen en andersom doen je buren dat ook. Eten dat je over hebt, deel je uit. En dan kom je hier, deel je bijvoorbeeld koekjes uit en dan zeggen je Nederlandse buren: “Nee, dank je wel, dat hoef ik niet.” Dat kan heel kwetsend zijn als je dat niet gewend bent en dan voel je je enorm eenzaam.

Overigens denk ik dat dit niet voor alle Nederlanders geldt, je kunt Nederlanders niet zomaar over één kam scheren, net zo min als nieuwe Nederlanders uit verschillende culturen en landen. Volgens mij is er bijvoorbeeld een groot verschil tussen het noorden en het zuiden van het land. En in Almere heb ik ervaren dat ‘Rust, Regelmaat en Reinheid’ zwaar weegt. Bijvoorbeeld als het etenstijd wordt en jij van tevoren niet uitgenodigd bent, wordt je vriendelijk gevraagd om weg te gaan. Maar dat is bijvoorbeeld in Nederlandse boerengezinnen weer heel anders.

Werk, familie en vrienden niet scheiden
Ik geef dus heel erg om verbinding en mijn jongste dochtertje is precies zo. Nu we in Diamondiaal wonen, wil ze eigenlijk nergens meer heen, alleen daar spelen, binnen lopend bij al haar vriendinnetjes die om haar heen wonen. Dat is echt een enorm verschil met hoe wij in Haven woonden. Daar kon ik mijn werk-, familie- en sociale leven niet zo met elkaar verbinden. Maar nu groeit die verbinding daar heel natuurlijk en dat vinden we allemaal geweldig.

Ik kies ervoor om me niet te verstoppen, om een bijna publiek leven te leiden. Omdat ik vind dat mensen mogen weten dat je nu eenmaal soms vrolijk bent en soms boos of verdrietig; het hoort allemaal bij het leven. Want wanneer iedereen zijn eigen rugzakje in isolatie draagt, wordt dat rugzakje heel zwaar. Het wordt lichter, wanneer meerdere mensen het helpen dragen. Al is het maar door te vragen hoe het gaat en dan luisteren en meedenken. Of door soep te brengen als je even geen energie hebt om te koken. En op jouw manier help jij weer om hun rugzakje te dragen, gewoon met jouw eigen talent. Ik weet dat de sociale verbinding die wij creëren, een zegen is voor mensen die hun rugzakje niet alleen kunnen dragen. En je kunt dan zelfs hun bijzondere talenten transformeren. Maar dat vraagt wel om een gemeenschap. Niet alleen om te helpen, maar ook om samen met jou te vieren als het goed gaat. Dat kan niet in isolatie. Bovendien veranderen sommige dingen die veranderen móeten, niet wanneer je je terugtrekt als het moeilijk wordt, want dan blijven ze verborgen.

Internationale rolmodellen inspireren iedereen tot een rijker leven
Voor mij is een belangrijk deel van thuis voelen, dat ik nuttig ben, dat ik met iets bezig ben waar ik trots op kan zijn. Dat is niet altijd gemakkelijk, maar wel de moeite waard. Daarnaast voel ik mij in Diamondiaal ook meer thuis, omdát daar alle culturen door elkaar wonen. Ik ben opgegroeid in Duitsland op een plek waar ik me helemaal niet thuis voelde. Ik was op school het enige zwarte kind en ik had geen enkele zwarte leraar of rolmodel. Eigenlijk ken ik alleen maar zwarte rolmodellen uit boeken die ik later zelf ging lezen. Dus ik voelde mij heel eenzaam en koos uiteindelijk heel bewust om kinder- en familietherapeut te worden. Ik wilde me verdiepen in de vraag wat je nodig hebt voor een gezonde identiteit.

Ik heb er ook heel bewust voor gekozen om te wonen waar mijn kinderen niet de enige kinderen met een kleurtje zijn. Ik zorg ervoor dat ze veel meer spiegels en internationale inspiratiebronnen krijgen dan alleen de beelden uit Nederlandse studieboeken. Ik gun alle kinderen, ook blanke Nederlandse, om zich te laten inspireren door de prachtige verscheidenheid in de wereld. En ik zie overal waar mensen internationale perspectieven kiezen, dat het daar goed gaat met iedereen.

De donkere kant van thuis in Almere
Ik kreeg als kind in Duitsland veel racistische opmerkingen over me heen. Overigens gebeurt dat ook in Almere nogal eens en dat geeft me ook hier soms het gevoel dat ik geen gelijke rechten heb op een rechtvaardige behandeling. En dat raakt mijn thuisgevoel. Dat waren best heftige momenten, soms ook, omdát ik me inzet voor anderen. Want ik houd mijn mond niet, zo ben ik nu eenmaal, ik heb recht van spreken, recht op mijn mening. Ik heb heus niet altijd gelijk, maar het doet heel erg pijn wanneer je niet gelijk behandeld wordt. Veel mensen realiseren zich niet dat dat echt dagelijks gebeurt. Dan denk ik wel: “Wat zoek ik hier als wereldburger in dat provinciale Almere?”

Toen ik mij in Almere met mijn gezin wilde registreren op het gemeentehuis, bijvoorbeeld. De ambtenaar zag mijn donkere uiterlijk en mijn hoofddoek en zei: “Mevrouw, u moet eerst een verblijfsvergunning voorleggen.”
“Wat bedoelt u? Ik ben Europees staatsburger, ik heb een Duits paspoort, ik ben getrouwd met een Nederlander. Ik heb geen verblijfsvergunning nodig, ik mag hier gewoon zijn.”
“Nee, mevrouw, u moet eerst bewijzen dat u hier mag verblijven.”
“Mijn Duitse paspoort is mijn bewijs.”
“Mevrouw, u begrijpt het niet, overlegt u maar met uw advocaat.”
“Ik heb geen advocaat en die heb ik ook niet nodig.”
“Mevrouw, u kunt toch wel begrijpen dat wij uw paspoort niet zomaar als bewijs kunnen accepteren, want u ziet er niet Duits uit en u kunt uw paspoort wel gestolen hebben.”
Ik voelde me zwaar beledigd, zette mijn hakken in het zand en meldde dat ik niet weg zou gaan voordat ik haar woorden op papier had, want ik wist dat het niet klopte. En ik had geluk, want ik heb het meegemaakt dat de beveiliging iemand in zo’n geval uit het stadhuis sleepte, ‘omdat hij zich niet meewerkend opstelde’. Ze lieten mij en mijn gezin daar twee uur zitten. Ondertussen overlegden ze waarschijnlijk met hun baas en uiteindelijk registreerden ze ons. Maar geen excuus, niks. En ik merk dat ook op organisatieniveau. Men vindt het blijkbaar ontzettend moeilijk om met een gekleurde, temperamentvolle, vrouwelijke bestuursvoorzitter met Duitse directheid en een niet-westerse community-aanpak te gaan samenwerken. Ik maak regelmatig mee dat mensen denken dat ik de schoonmaker ben en dat mijn adviseur de bestuurder is. Dat is heel pijnlijk en ik kan je verzekeren dat het niet aan mijn adviseurs ligt!

Tja, dat soort momenten maken dat mijn geweldige thuisgevoel in Diamondiaal soms wel wat dubbel is, wel keerzijden heeft. Maar juist als je dan thuis komt in de wetenschap dat het daar in Diamondiaal echt anders is, dat ik daar niet in een minderheidspositie ben, maar dat we daar echt allemaal gelijk zijn, dan is dat echt genieten. Dat geeft een gevoel van veiligheid en waarlijk thuis zijn. Al was het alleen maar, omdat je weet dat je daar niet hoeft uit te leggen wat de dagelijkse realiteit is, want iedereen daar heeft dat soort momenten ook meegemaakt, ieder heeft zijn eigen verhaal naar dat thuis in Diamondiaal in Almere.

Dit is het verhaal van: Amal.
Dit verhaal is geschreven door: Woorden over leven.