In het eerste jaar van Suburbia in de Buurt verzamelde en schreef Folkert Buiter ook verhalen voor ‘Almere mijn Thuis’. Hij schreef ook het verhaal over Katja.
—
“Ik kom uit een elitair, intellectueel milieu op de Utrechtse Heuvelrug”, zegt Katja Urban. “Ik groeide op in Leersum en later in Amerongen. Van mijn ouders moest ik een instrument leren spelen. Ik koos de viool, want dat was het enige instrument waar ik geluid uit kreeg tijdens een open dag van de muziekschool. Mijn eerste vioollerares schoof me door naar haar opvolgster met de boodschap: ‘Totaal geen talent, maar ze oefent braaf.’ De opvolgster liet me weer bij les één beginnen, maar had meer vertrouwen in mij. Ze stuurde me naar het Jeugdorkest Heuvelrug. Dat was een slimme zet, want mijn mede-orkestleden lieten me fijntjes weten dat ik niet alleen de noten voor mijn neus moest spelen, maar ook geacht werd om uit te tellen wanneer en hoe snel dat moest. Het kwartje viel en ik schopte het tot concertmeester en voorzitter van het jeugdbestuur. Zo rolde ik het wereldje van de klassieke muziek in.”
Katja voltooide eerst een opleiding bedrijfscommunicatie in Utrecht en studeerde vervolgens als bedrijfskundige af aan Nyenrode. Vanzelfsprekend meldde ze zich bij het Utrechts Studenten Concert en werd ze enige tijd later als invaller gevraagd voor een tournee met het Utrechts Studenten Koor en Orkest. Ze gingen met de Mattheus Passion naar Praag. “Een uitstekende manier om vrienden te maken’, zegt Katja, “en het helpt je om een kamer te vinden. Bovendien krijg je de nodige schnabbels door het groeiende netwerk van muziekliefhebbers waar je in terecht komt.” Onze passie voor muziek en wat dat met je doet, is enkele minuten onderwerp van gesprek, voordat we verder gaan met Katja, in Utrecht.
“Mijn studentenhuis stond vlak naast de Janskerk, in die tijd een oecumenische studentengemeente. Ik ben opgegroeid bij socialistische ouders. Mijn vader zei altijd dat geloof opium voor het volk was, maar ik liet me bekeren door een katholieke priester. Het was waarschijnlijk zijn bedoeling dat ik mijn doopsel vervolgens zou inleveren bij de deelnemende, Rooms-katholieke kerk, maar dat heb ik niet gedaan. Ik ben niet zo van de kerkelijke dogma’s. Ik voel me een Christen en niets anders. Die kerkgemeente werd wel een ‘thuis’ en daarmee een bron van sociale contacten en activiteiten.” Geloof en onze verschillende beleving daarvan, vraagt onze aandacht en we dwalen wat af.
Op een gegeven moment vraag ik: “En toen?” “En toen?”, herhaalt ze de vraag. “Van mijn eerste salaris kocht ik een appartementje in Maarssen. Mijn man woonde boven mij, dus je snapt wel hoe dat is gegaan. In 2007 raakten we zwanger, maar we woonden nog steeds op dat tweekamerflatje, dus gingen we op zoek naar een eengezinswoning met een tuintje. Ik was intussen begonnen als ZZP-er en in de Vechtstreek iets kopen met maar één zeker salaris, was onhaalbaar. Dan ga je zoeken op internet. Mijn man werkte in Amsterdam als IT-er, daarom keken we naar Almere. Op Funda stonden leuke huisjes. We spraken er met familie en vrienden over, maar die verklaarden ons voor gek. ‘Almere?’, zeiden ze, ‘dat is alleen maar nieuwbouw, qua inwoners het afvalputje van Amsterdam en op cultureel gebied is het een woestijn.’ Wij hadden allebei zoiets van, dat kan niet. Zo overdreven. Op een zaterdag deden we onze fietsen in de auto en reden we naar Almere. We zijn overal in Almere geweest en vroegen aan iedereen die we tegenkwamen, hoe zij het vonden in Almere. Ze waren allemaal enthousiast en van de dramatische schets van onze naasten bleef niets over. Het was voor ons meer dan voldoende. Hier gaan we wonen, besloten we.”
Katja vertelt verder: “We kochten een huis in Stedenwijk Midden, een van de eerste wijken in Almere Stad. We begrepen dat als we ons hier thuis wilden voelen, we actief mee moesten doen. Lid worden van een kerk, een vereniging en met verjaardagen moesten we alle buren uitnodigen, zo was onze redenering. Mijn man ging computerles geven in het buurthuis en ik werd lid van de oudercommissie van de crèche. Weer later werden we allemaal lid van atletiekvereniging Almere ’813. Door mijn werk als verhalenverteller en workshopdocent ‘Creatief Schrijven’ kwam ik vrij snel in contact met kunstenaars en werd ik bij allerlei evenementen en activiteiten betrokken. Zo werd Almere ons thuis. Een thuis dat we grotendeels zelf vormgaven.”
Zo werd Almere ons thuis. Een thuis dat we grotendeels zelf vormgaven
“Ik speel geen viool meer”, zegt Katja. “Een zwaar auto-ongeluk verwoestte mijn fijne motoriek. Ik had geen zin om helemaal opnieuw te beginnen zonder garantie op succes. Opnieuw leren lopen, leren typen en leren autorijden had al veel van me gevraagd. Maar, omdat ik van muziek houd, ben ik op zangles gegaan en kwam ik in de kerkmuziek terecht. Ik heb veel in koren gezongen en verschillende projecten gedaan. Hier, in Almere, keek ik eerst in de Lichtboog, maar dat vond ik geen echte oecumene. Ik vond het voordeurdelers en was van mening dat beide geloofsgemeenschappen erg dogmatisch waren. Na een paar diensten en gesprekken, keek ik verder. De Goede Rede vond ik toen te ver weg, daarom kwamen we terecht bij de doopsgezinden in het buurthuis bij ons om de hoek. Een zeer progressieve gemeente en ze hadden daar ook een fijne kindernevendienst. Ik wil graag bij een kerkgemeenschap horen, want dan leer je gelijkgestemden kennen. Er was daar in het begin nog geen kerkkoor, maar er waren genoeg dames die het wel zagen zitten om samen te zingen. Ik werd een jaar lang dirigent. Na een tijdje ebde de interesse weg. Nu doen we eens per jaar een project en heb ik er warme contacten. En natuurlijk weer geen doopsel ingeleverd, ik sta te boek als belangstellende.”
Katja’s zoon is intussen negen. Hij ging eerst naar de buurtschool, geheel vanuit de wens om je thuis te creëren in de buurt waar je woont, maar inmiddels gaat hij naar Digitalis in de Kruidenwijk. Die school paste uiteindelijk toch beter bij hem. Hij traint graag bij de atletiekvereniging, waar zijn ouders ook trainen en waar zijn vader helpt als vrijwilliger om wedstrijdparcoursen uit te zetten.
We praten over Katja’s werk als biografe en verhalenverteller. Ik vind het heerlijk om tegenover een collega te zitten. Marijke van Suburbia, vraagt of Katja niet ook een paar verhalen wil schrijven. Katja knikt en we spreken af om er nog op terug te komen. Vanaf 2006 schreef ze als ZZP-er levensverhalen op van ondernemers, ouderen, chronisch zieken en anderen. Die wilden hun verhalen graag vastleggen en delen met familie, vrienden, lotgenoten en klanten. Daarnaast is ze schrijfcoach en geeft ze workshops. Haar bedrijf heet ‘Woorden over leven’. Â
Katja: “Voor het Evenaarfestival kwam ik in contact met een beeldend kunstenares uit Almere Buiten die een hoekje voor kunstenaars wilde claimen met creatieve activiteiten rond een thema. We hebben samen met andere kunstenaars een concept uitgedacht en een plan ingediend bij de festivalorganisatie. Dat was erg inspirerend. Ik heb opgetreden als verhalenverteller met een spannend, licht erotisch verhaal, passend bij ons thema.”
“Door mijn Indische achtergrond heb ik veel Indische klanten”, zegt Katja. “Dankzij die contacten kon ik een keer een stand krijgen op een Pasar Malam (Indische Braderie) in Zeewolde, en mocht ik een workshop verzorgen. De organisator veronderstelde dat ik veel mooie verhalen zou horen die ik op kon schrijven. Zo kwam van het een het ander. Ik ging in een sarong (Indische klederdracht) familieverhalen en fabels vertellen op Indische gelegenheden en later ook op scholen in Almere.”
“Een van mijn opdrachtgevers ontdekte mijn achtergrond in de bedrijfscommunicatie en het management. Met een enthousiast team, onder leiding van Amal Abbass-Saal, bouwden we Inspiratie Inc. uit, tot een enthousiasmerende organisatie met een werkend concept om nieuwkomers in Almere een netwerk, talentontwikkeling en perspectief te bieden. Een echt thuis. Ik paste daar als creatieve Indische wonderwel tussen en kwam in het Dagelijks Bestuur.”
Ik vraag Katja wat haar plannen zijn voor de toekomst.
Katja: “Ik ben nu bezig om mijn bedrijf ‘Woorden over Leven’ weer op te bouwen, nieuw leven in te blazen. Ik heb het een tijdje laten verslonzen door mijn aandacht voor andere dingen. Op een gegeven moment deed ik teveel verschillende dingen om echt ergens goed in te kunnen zijn, bovendien raakte ik er hopeloos overspannen van. Ik promoot mezelf daarom niet meer actief als verhalenverteller en ook de zakelijke communicatie en mijn managementtaken heb ik eraan gegeven. Nu doe ik alleen nog waar mijn hart naar uitgaat, zoals verhalen over mensenlevens schrijven, anderen helpen schrijven, redigeren van teksten en publiceren. Ik doe dat op verschillende manieren. Voor boeken, in artikelen, op Facebook, verhalenkaarten maken en workshops geven.”
We spreken af om daar nog eens over door te praten. Typisch Almeers dat gemak waarmee we initiatieven nemen, niet te snel belemmeringen zien en weinig sociale barrières kennen. Kansen zien en grijpen.
“Almere is jouw of beter gezegd jullie thuis”, zeg ik. “Wil je ooit weer weg? Verveel je je?”
Katja lacht en zegt: “Geen denken aan. We hebben er nog geen seconde spijt van gehad dat we hier zijn komen wonen. Je moet in Almere eerder oppassen dat je agenda niet te vol raakt dan dat je je verveelt of vereenzaamt. Het begrip ‘je thuis voelen’”, besluit Katja, “heeft voor ons vooral te maken met je gekend weten en je geliefd voelen. Vrienden hebben.”
Dit verhaal is geschreven door Meander.
Katja (Woorden over leven) heeft ook enkele verhalen geschreven voor Almere mijn Thuis.