Mijn naam is Dily en ik woon in Parkwijk. Op zon- en feestdagen heet ik Odilia maar voor jullie gewoon Dily. Ik kom elke donderdagmiddag bij Tante Irene eten in buurtcentrum Cobra. Ik was zelfs een van de eersten die de lunchmiddag kwam meedoen. Mijn vriendinnen volgden snel.

Ik heb over de hele wereld gewoond. Geboren in Soestdijk, toen verhuisd naar Indonesië, dan weer terug naar Nederland en vier jaar later per schip met de hele familie naar Zuid Afrika waar ik twintig jaar bleef. Mijn broers en zus wonen daar nog steeds. Inmiddels ben ik alweer meer dan veertig jaar terug in Nederland.  Ik heb één broer die ook in Nederland woont, ook in Almere.

Avontuur, daar houd ik van. Dus toen mijn ouders mij op 16 jarige leeftijd meenamen naar Zuid-Afrika, had ik daar niets op tegen. Dat had ook niet anders gekund, want ik MOEST mee, samen met vijf broers en mijn zus. Ik houd van het leven en van het avontuur dat het brengt.

Graag ga ik voor vakantie terug naar Zuid Afrika. Dan ga ik “naar huis”. Als het vliegtuig landt… zucht ik. Heerlijk. Dit voorjaar ben ik nog geweest. Door de grote gaten tussen deze bezoeken vallen daar veel dingen op. Zuid Afrika verandert snel. Vroegen was er apartheid en hadden we thuis een paar bedienden. Die woonden bij ons in, kookten en deden de was. Ze aten mee, niet aan tafel in de eetkamer weliswaar, maar ze hoorden bij het huishouden. Er was toen nog geen minimum loon. Nu wel. En net als hier werken mensen die helpen in het huishouden nu bij verschillende adressen en wonen op zichzelf. Tegenwoordig is de discriminatie volgens vele een soort van andersom. Als een wit persoon solliciteert en ook een zwart persoon, maakt die zwarte persoon meer kans om de baan te krijgen, omdat het aannemen van donkere mensen wordt gestimuleerd, om het eerder opgedane verschil tussen wit en zwart gelijk te trekken. Veel van mijn neven en nichten zijn al vertrokken naar Engeland of Australië om daar carrière te maken.

Maar wat is thuis, voor iemand die zo veel ‘thuizen’ heeft gekend?

Ik trouwde daar met een man met Nederlandse roots. Mijn schoonouders waren terug naar Nederland gegaan en een glas-in-lood bedrijfje begonnen. Mijn man was best kunstzinnig, dus toen zij vroegen of hij het bedrijf wilde overnemen, besloten wij om terug te keren naar Nederland. Hij heeft overigens maar kort aan het hoofd van dat bedrijfje gestaan, was uiteindelijk toch niks voor hem. Mijn vier kinderen waren toen ongeveer dezelfde leeftijd als ik, toen ik naar Zuid Afrika verhuisde. Het was best ingewikkeld voor hen om naar Nederland te verhuizen, want zij spraken de taal niet. Maar kinderen passen zich gelukkig snel aan. Ze hebben uiteindelijk allemaal hun plek hier gevonden. Mijn oudste dochter heeft mij overgehaald om in het prachtige Almere te komen wonen. Ik woon nu al bijna twintig jaar in Parkwijk en wil nooit anders. Ik voel mij hier thuis. 

Maar wat is thuis, voor iemand die zo veel ‘thuizen’ heeft gekend? Een land, een huis, een plek met mensen of alleen een herinnering? Naar Indonesië zou ik nooit meer terug willen. Als kind speelde ik daar tussen de bomen, langs de rivier, met beesten om me heen en de zon op mijn hoofd. Maar dat is allemaal veranderd, Indonesië lijkt niet meer op MIJN Indonesië. En Zuid Afrika laat prachtige herinneringen terugkomen, maar het prachtige Almere is nu mijn HOME. Dus ik laat de herinneringen voor wat ze zijn, over aan mijn kinderlijke verbeelding.

Misschien zit ‘thuis’ wel gewoon tussen je oren.