In de gele, verweerde, afbladderende zetel van Suburbia zit Ym de Roos te lezen, geduldig wachtend tot ze aan de beurt is. Ze zit, net als wij, liever aan de grote tafel en schuift daarom bij ons aan om hun verhaal over Almere te vertellen. En vertellen kan ze. Gedreven door een groot hart en door de herinnering aan haar man, Obbe de Roos, die twee jaar geleden overleed.
Zodra ze tegenover ons zit, begint ze te vertellen. Het gesprek, of beter gezegd haar verhaal is niet geheel chronologisch. Het is beleving, pure beleving en vertelling. Soms komt ze terug op een onderwerp dat al besproken is, maar dat is onvermijdelijk, want ze heeft een verhaal, nee, meer dan dat, ze heeft een leven te delen. Ze vertelt er met liefde en passie over.
“Mijn man, Obbe, werkte bij de provincie Flevoland. Hij deed veel vrijwilligerswerk in Almere. Zo was hij voorzitter van Woonmere, een vorm van begeleid wonen voor mensen met een beperking in Almere Poort. Van daaruit werd hij initiatiefnemer van Poort Sociaal. Festival Poort Sociaal is een jaarlijks evenement dat uitgaat van het principe dat mensen met een handicap die in jouw buurt wonen er bij horen. Ze kunnen en willen jouw buurman en buurvrouw zijn. Poort Sociaal is in vijf jaar uitgegroeid tot een groot en bekend evenement in Almere Poort en daarbuiten.”
Ym is blij verrast als Linda van Suburbia vertelt dat Suburbia dit jaar op Poort Sociaal het stuk “Almere mijn Thuis” zal spelen. Ym zegt er wel bij dat het festival zo hard is gegroeid dat de mensen om wie het eigenlijk ging bijna ondersneeuwden. Ze zegt: “Mensen denken aan pret en plezier, maar de basis van Poort Sociaal is en blijft het sociale karakter. Het doel, het versterken van de sociale contacten van alle bewoners en organisaties in Poort, inclusief mensen met beperkingen, staat voorop.”
We praten nog even door over Poort Sociaal en wat het betekent voor de inwoners van Poort. Dan zegt Ym: “Toen Obbe overleed vroeg hij of ik Poort Sociaal in het oog wilde houden. Ik woon in Almere Buiten, maar ik doe het toch, omdat hij mij dat gevraagd heeft. Inmiddels is voor alle regelingen en subsidies een stichting opgericht. Ik was niet van plan het bestuur in te gaan, maar Pieter en Klazien ter Veen zaten in Indonesië. Ik dacht ik wordt tijdelijk even secretaris. Ik ben het nu nog en het bevalt me prima.”
Ze kijkt ons aan en zegt: “In het Labyrint, een moestuin in het Cascadepark, staat een bankje met Obbe’s naam er op en in de Oostvaardersplassen staat ook zo’n bankje met zijn naam er op.” Een mengeling van trots en emotie is zichtbaar en wordt door ons gevoeld.
Ym, al ben je geneigd haar Roos te noemen, gaat regelmatig naar Leeuwarden, omdat de hoofdstad van Friesland dit jaar Culturele hoofdstad van Europa is. Naast al die activiteiten is ze sinds 2016 vrijwilliger bij de Floriade. Ze verhaalt enthousiast over hoe leuk het is om mensen rond te leiden op de Floriade in ontwikkeling. Ym vertelt de bezoekers over de locatie, de werkzaamheden en over wat er allemaal op en om de Floriade wordt gerealiseerd.
We schakelen naar het waarom van de verhuizing naar Almere. Ym vertelt dat ze in 2001 uit Delft naar Almere zijn verhuisd en daarvoor samen in Amsterdam woonde. Voordat ze in Amsterdam samen gingen wonen, woonden ze beiden in het buitenland, maar niet bij elkaar.
Ym en Obbe hebben elkaar leren kennen op een feest in Friesland. Hij was tweeëntwintig en zij was zeventien. Niet lang daarna vertrokken ze naar het buitenland. Ym ging als Au Pair naar Engeland en later naar Frankrijk. Ze deed dit werk anderhalf jaar en heeft nog steeds contact met de families waar ze heeft gewerkt.
Ym zegt: “Obbe is na zijn diensttijd door Europa gaan zwerven en later zelfs naar Marokko. Hij is overal geweest. Soms stuurde hij een kaartje. Hij was vaak moeilijk bereikbaar. Als je hem iets wilde sturen dan moest je dat poste restante doen naar plaatsen die hij van te voren aangaf. Toch schreven we elkaar al die tijd brieven en die brieven hebben we allemaal bewaard.”
Ze vervolgt: “Soms zagen we elkaar. Op een gegeven moment kwam Obbe naar mij toe in Engeland en zijn we samen op vakantie gegaan. In die vakantie hebben we onze toekomstplannen gesmeed. Niet lang daarna zijn we gaan samenwonen in de Lomanstraat in Amsterdam Zuid.”
Ym: “Ik werkte bij de Amrobank op de Dam en studeerde sociale pedagogiek. Ik gaf ook voorlichting aan toeristen. Dat deed de bank er in die tijd gewoon bij. Obbe deed effectenresearch op het Rokin en studeerde economie aan de Vrije Universiteit.“ Ze kijkt ons even aan en gaat verder: “Onze zoon, Hidde, werd in 1979 geboren. We konden in Amsterdam geen huis krijgen en zijn daarom naar Delft vertrokken, waar we in Tanthof gingen wonen. Een typische wijk uit die tijd. Bloemkoolhofjes met allemaal jonge gezinnen. Ik was de enige werkende moeder. Er was maar een kinderdagverblijf, maar daar was geen plek meer voor Hidde. Ze zaten vol. We hebben Hidde bij tante Annie op een naastgelegen boerderij kunnen plaatsen. Zij paste op hem en dat was tot onze volle tevredenheid. In 1982 is onze dochter Jelka geboren.”
Er valt een korte stilte. Ym vertelt ons over het project ‘Levensboek.’ Ze zegt dat het voor haar een emotioneel onderwerp is. “Onze dochter vatte het plan op om een levensboek over Obbe te schrijven op basis van de locaties waar haar vader tijdens zijn leven had gewoond en gewerkt. Ze interviewde Obbe en reisde met hem langs zoveel mogelijk plekken waar hij geweest was. Samen zochten ze er foto’s en documenten bij.” Ym kijkt ons aan met een paar vochtige ogen, maar vertelt dapper verder. Ook nu weer, voel je en zie je trots en emotie in één blik.
Ze gaat verder: “De drukproeven waren klaar en Obbe heeft die nog gezien. Hij is volgens ons langer blijven leven, omdat hij dit samen met Jelka wilde afmaken. Obbe heeft gewacht tot de boeken van de drukkerij kwamen en Jelka onderweg was. Ze had hem een appje gestuurd toen ze wegreed bij de drukkerij. Op dat moment had hij volgens mij het idee dat het wel in orde was en piepte hij er tussenuit. Hij had verschrikkelijke pijn de laatste dagen, dus van mij mocht hij gaan. Het tekent zijn onvoorstelbaar sterke wil dat hij tot het laatste, door hem zelf bepaalde moment, sterk bleef. Obbe had nog graag drie dagen later mijn verjaardag mee willen vieren, maar het ging niet meer. Ik werd toen vijfenzestig. We hebben die verjaardag uiteindelijk pas twee jaar later gevierd.”
Ym heeft een aantal taken van Obbe overgenomen, zoals die voor Poort Sociaal. Daarnaast werkt ze als bestuursondersteuner voor de stichting Mijn Eigen Thuis is Nederland (MET).
In 2006 heeft Ym haar eigen bedrijf opgericht. Onlangs is ze daar mee gestopt. Ze heeft zichzelf gepensioneerd, maar is en blijft actief als vrijwilliger in allerlei organisaties. Een belangrijke en mooie taak die ze met veel plezier vervult, is die van oppas-oma voor haar kleindochter.
We komen terug op de verhuizing naar Almere.
Toen we naar Almere verhuisden besloten we dat we binnen een jaar honderd mensen wilden kennen en dat zij ons kenden
Ym zegt: ‘Mijn gedachte is dat Obbe wellicht al iets mankeerde toen we nog in Delft woonden. Hij werkte in Lelystad bij de provincie Flevoland als hoofd Facilitaire Zaken en was medeverantwoordelijk voor de bouw van het huidige provinciehuis van Flevoland in Lelystad. Ondanks de lange reistijden en het feit dat hij in mijn ogen niet fit was, bleef hij gewoon doorwerken. De reistijden waren te lang. Ik merkte het aan hem als we wandelden. Hij was snel bekaf. Het ging zo niet goed en daarom besloten we dichter bij Lelystad te gaan wonen. Niet in Lelystad, maar in Almere. Een compromis.”
Ze gingen een aantal weekenden naar Almere. Steeds twee dagen en ze namen een picknickmand mee. Ym en Obbe bekeken veel huizen en gingen naar alle stadsdelen en verschillende wijken.
“Haven viel af”, zegt Ym, “want daar komt geen trein. De Noorderplassen vonden we te ver weg, Stad vonden we te stenig en zo kwam onze focus op Buiten te liggen, waar net een BouwRAI was.” De BouwRAI in de Eilandenbuurt van Almere Buiten was de derde BouwRAI in Almere. Architecten kregen in de aanloop naar de BouwRAI de kans om bijzondere ontwerpen te realiseren.
Ym: “Op een gegeven moment waren we de BouwRAI even zat. We wilden weg uit het strijdgewoel. Zo kwamen we terecht bij de Oostvaardersplassen. Toen was het duidelijk. We wisten dat we hier gingen wonen. We moesten eerst ons huis in Delft verkopen, een huis in Almere kopen en een huis in Rotterdam huren voor Hidde. Dat lukte en we kwamen terecht in de Willem Bontekoestraat in de Oostvaardersbuurt. Goed genoeg voor tijdelijk dachten we. Ik woon er nog.”
Een bijna vers kopje koffie leidt tot een korte pauze, voordat Ym verder gaat: “Toen we naar Almere verhuisden besloten we dat we binnen een jaar honderd mensen wilden kennen en dat zij ons kenden. Er was in die tijd in Almere een programma ‘Verbindend Vernieuwen’ Â een soort cursus bedoeld om kennis te maken met anderen. We gingen niet in dezelfde werkgroepen, want dan konden we elkaar nog wat vertellen. Zo kwamen we al snel aan honderd mensen. Niet lang daarna gingen we naar de nieuwjaarsreceptie van de gemeente. Je kreeg twee glazen champagne, waarvan je er een aan iemand anders gaf die je nog niet kende. Voor we het wisten, kenden we tweehonderd Almeerders.”
Ym en Obbe raakten bij van alles betrokken, zoals het project Evenaar. Obbe werd lid van de Adviesraad Sociaal Domein. Ym werkte bij een adviesbureau voor het sociaal domein. Ze heeft in dat vakgebied veel gedaan op allerlei plaatsen in het land. Zelfs een tijdje in Rotterdam. Dan overnachtte ze gedurende de week bij haar zoon, Hidde. Dat was niet ideaal voor hun huwelijk. Op een gegeven moment was ze het spuugzat en begon voor zichzelf als organisatieadviseur, als fondsenwerver en deed andere werkzaamheden op gebied van het sociaal domein. Ze heft het bedrijf binnenkort officieel op en is eigenlijk al gestopt, want ze had er geen zin meer in. Teveel zinloze bureaucratie.
Ze zegt: “Ik wilde eigenlijk doorgaan tot mijn bedrijf vijftien jaar bestond, maar dat haal ik niet meer.”
Over ‘Almere mijn thuis’ zegt Ym: “Wij voelden ons thuis en ik voel me thuis in Almere. We hebben zelf van Almere ons thuis gemaakt. In de eerste jaren gingen we een rondje om een kerk, zoals we het toen noemden. We bekeken nieuwbouwprojecten en leerden alle stadsdelen kennen. We zijn altijd betrokken geweest bij culturele activiteiten en projecten. Ik ben van de cultuur.” Cultuur is het onderwerp dat ons vanzelfsprekend even afleidt, maar niet voor lang.
“Obbe’s overlijden had wel een staartje”, zegt Ym, “want er werd aan mij getrokken, ook door de kinderen, die in Rotterdam en Haarlem wonen. Bovendien ben ik inmiddels oma. Ik moest knopen doorhakken en heb mijn kinderen verteld dat ik in Almere wilde blijven, omdat ik daar gelukkig ben. Het is ook beter dat ik hier ben, want dan zien ze niet alles en maken ze zich niet onnodig zorgen. Met een treinabonnement kom je ook een heel eind en ik bezoek ze regelmatig.”
Ym is van mening dat ze haar verhaal wel heeft verteld. Ze zegt dat we ons bij haar kunnen melden als we een rondleiding over het Floriadeterrein willen. Dat typeert deze lieve, sterke vrouw. Doorgaan in en met de stad, die ze tot haar thuis heeft gemaakt.
Dit verhaal is geschreven door Meander.