Jacqueline en Henk Heikens zitten te popelen om hun verhaal te vertellen. Ze waren ruim eerder aanwezig dan was afgesproken. Een verhaal hebben ze. Je wordt door hun vertellingen en de manier van vertellen van de ene naar de andere plek en beleving geslingerd. Ze wonen voor de tweede keer in Almere en willen hier niet meer weg.
Jacqueline heeft een vrolijke lach en is overduidelijk net als haar man een levensgenieter. Het feit dat ze een stok nodig heeft maakt geen verschil. Sterk en positief. Lachende ogen, onder ervaringsrijk, blond haar, kijken je aan. Henk is een grote, stevige, sterke man met een baard en een snor, tussen twee gladgeschoren wangen. Zijn glimmende hoofd weerkaatst het licht van de bibliotheek. Uitdagend en breed glimgrijnzend, kijkt hij je aan. Een Amsterdamse en een Groninger, waar heb ik dat meer gehoord?
Dit verhaal is geschreven in de volgorde, waarin Jacqueline en Henk het hebben verteld. Levendig en actief, zoals ze zijn.
Het gesprek begint met de mededeling dat Willem Jan Hagens, Henks biografie heeft geschreven en Carla Prins samen met Jacqueline een boek heeft geschreven over haar zeven jaar op Bonaire. Beide auteurs zijn vrijwilliger bij het project Levensboek van Humanitas. De twee boeken zijn tegelijkertijd gepresenteerd in de gemeenschappelijke ruimte van Woongroep Polter 50+ aan het Mies Deinumplantsoen, waar ze sinds 2014 wonen.
Henk vertelt dat hij zijn hele leven in de horeca heeft gewerkt. Later werkte hij als adviseur bij Horeca Nederland en had hij een rayon dat reikte van Texel, naar Haarlem en Tiel. Jacqueline valt in en zegt: “We zijn voor de tweede keer getrouwd.” Ik vraag iets te gevat “Met elkaar?” We lachen er om, want dat is niet het geval, maar de manier waarop Jacqueline het zegt, bood een kans.
“Vroeger heb ik bij hem gewerkt”, zegt Jacqueline. In het AC Restaurant op de kop van de Afsluitdijk. Maar in 1980 ben ik met mijn toenmalige echtgenoot en kinderen naar Bonaire gegaan. In 1987 ben ik teruggekomen en heb in Nederland de echtscheiding geregeld. Henk was net als ik alleen, dus zo is het gekomen. We hebben vier kinderen samen. Drie jongens en een meid. Twee van Henk en twee van mij. Een samengesteld gezin. We hebben elf kleinkinderen en ook die, maken deel uit van een samengesteld gezien.”
Jacqueline zegt: “Ik stond in mijn eentje met nul centen op Schiphol toen ik terugkwam. Ik ging maar terug naar Leeuwarden, want daar had ik met mijn ex-man gewerkt, en daar woonden vrienden.”
Henk zegt: “Ik werkte inmiddels bij Horeca Nederland.” “We kwamen elkaar tegen in Leeuwarden”, zegt Jacqueline. Henk zegt: “Toevallig. Ik liep op de Passa Gambir in Leeuwarden en ging met die vrienden naar een leuke kroeg waar ook leuke vrouwen kwamen. Laten we het er op houden dat het verstandige vrouwen waren. Voordat we naar die kroeg gingen kwam ik haar tegen. Jacqueline stond handdoeken te verkopen op de Passa Gambir.” “Het was 7 april 1989, de trouwdag van mijn ouders”, zegt Jacqueline. “Hij vroeg, ben jij Jacqueline van Aruba? Ik zei, nee. Ik ben Jacqueline van Bonaire. Drie maanden later woonde hij bij mij.” Zo verloor het mooie Schraard een van zijn belangrijkste inwoners.
“Het was lastig”, zegt Henk, “want ik reed honderdduizend kilometer per jaar. Acht uur rijden, acht uur werken en acht uur slapen. Dat hou je niet vol. We zochten daarom een plek in het midden van mijn rayon en kozen voor Almere. In 1990 huurden we een mooi appartement aan de Bankierbaan.”
Jacqueline zegt: “Ik kon onmiddellijk aan de slag bij Amici, een kledingwinkel voor dames en heren, vlakbij ons huis.” “Het scheelde mij 4 uur per dag”, zegt Henk. Ik hield tijd over. We werden lid van D66 en voor we het wisten, was ik voorzitter en Jacqueline bestuurslid. Als jij toen in de gemeenteraad zat”, zegt Henk tegen mij, “dan moeten we elkaar wel ontmoet hebben.” “Vast, zeg ik, maar de aandacht lag voor mij, Â als lid van de gemeenteraad, bij mensen als Jan de Vletter en bijvoorbeeld Willem Woudenberg.” Ze veren beiden op. “Willem was een goede vriend van ons”, zegt Jacqueline. We dwalen af in gezamenlijke herinneringen, tot we ons verdiepen in andere elementen van het leven van Jacqueline en Henk.
Toen ze zes jaar op de Bankierbaan woonden, kregen beiden binnen enkele maanden van elkaar ontslag . Enige tijd later kochten ze B&B ‘Eesterburen’ op de Grauwe Kat in Arum, niet ver van de Afsluitdijk in Friesland. In 1997 verhuisden ze naar Arum en gingen in de woning van het toekomstige hotel wonen.
Henk vertelt: “Het was eerst een Bêd & Brochje1, een omgebouwde oude boerderij met vijf kamers. We hebben het volledig verbouwd naar tien kamers en helemaal gemoderniseerd. Architect Oebele Hoekstra uit Almere heeft het ontwerp gedaan en de verbouwing begeleid. Het is een prachtige locatie. De boerderij ligt midden in het land. Het is er oorverdovend stil, zoals een tevreden klant het verwoordde. We hebben zowaar drie jaar in de Michelingids gestaan.”
Jacqueline vertelt dat regelmatig bekenden uit Almere kwamen logeren, waaronder Allard Veldhuis. Allard was er bij toen Henk een aanval van Ménière kreeg. Dat was op oudejaarsavond 1999. Ze waren toen nog bezig met de verbouwing. Henk zegt: “Daar ben ik gelukkig weer bovenop gekomen.” Hij zegt: “We maakten van alles mee. Zoals het bezoek van leden van de Mossad onder politiebegeleiding en meer van dat soort bijzondere bezoeken. De ligging trok bepaalde mensen aan.” Jacqueline kreeg een Burn-out in 2002. Ze zegt: “Ik vond mezelf terug op het ijs van een sloot. Ik ben er zelf uitgekropen en in het pikkedonker ben ik naar huis gestrompeld.” Henk zegt: “De hond stond voor de deur, zonder Jacqueline. Ik maakte me zorgen en wilde net gaan zoeken, toen ik haar zag lopen, met één schoen in haar hand.” “Ik kwam thuis, dat weet ik, maar ik kan me niets meer herinneren”, zegt Jacqueline.
De Woongroep past prima bij de verhalen van Hendrik Groen al wil niet iedereen dat horen, hahaha.
Na alle goede en minder goede avonturen en ervaringen, verkochten ze in 2005 het hotel aan de Thomasstichting. Op tijd, want enkele jaren later was de financiële crisis met alle gevolgen een feit.
Jacqueline zegt: “Logischerwijs gingen we naar Leeuwarden, want dat was dichtbij en we kenden het. Op dat moment dachten we niet aan Almere.” In Leeuwarden werden ze weer overal lid van. Zonnebloem, D66, een zangvereniging en vluchtelingenwerk.
Henk: “Op een gegeven moment vatten we het idee op om te verhuizen naar een woongroep.”
“De aanleiding was, dat er weer iemand enkele dagen dood in een appartement lag”, zei Jacqueline. “Ik ben gaan googelen en zo vond ik Woongroep Polter 50+. Het ligt aan het einde van de Evenaar in Almere Buiten. We wonen er sinds 2014. De leeftijden variëren van  vlak boven de vijftig tot ver in de tachtig. De Woongroep past prima bij de verhalen van Hendrik Groen al wil niet iedereen dat horen, hahaha.”
Henk is voorzitter van de woongroep en Jacqueline is lid van de commissie werving en selectie. Het selectieproces kent drie stappen. Je komt er niet zomaar in, je moet wel in het pulletje vallen.
De woongroep gaat uit van zelfredzaamheid, nabuurschap en zelfstandigheid. We hebben behoefte aan gemotiveerde buren, die goed in de groep vallen. De woongroep moet haar best doen om nieuwe potentiële bewoners te werven, anders vult de woningcorporatie het in.
De woongroep bestaat uit een kasteelachtige bouw met Mediterraan ogende bakstenen. Op het binnenterrein is een mooie tuin aangelegd, die de leden van de woongroep onderhouden. Een grote spar, fruitbomen, een tuinhuisje, bankjes en een jeu de boulesbaan.
Als ik op de galerij loop, wordt ik welkom geheten door tientallen kwetterende en fluitende vogels. De woningen liggen enkele honderden meters van de Oostvaardersplassen en de vogels vinden hier nestplaatsen, aanvliegpunten en eten.
Jacqueline zegt: “Hoe je je ook went of keer, hoe je je ook voelt en wat er ook gebeurt, je bent hier nooit meer alleen.”
Henk is het daar helemaal mee eens en zegt: “We zijn er trots op dat we terug zijn gekomen naar Almere. We voelen ons thuis en willen hier nooit meer weg.”
Dit verhaal is geschreven door Meander.
1 Bêd & Brochje is Fries voor Bed and Breakfast.