Ik breng acht jaar door op de middelbare school.
Mavo, havo, vwo.
Op school ben ik vrij.
Thuis is er spanning en heersen er andere culturele normen en waarden.
Ik ben als oudste zoon zonder moeder gewend om mee te helpen in het huishouden, maar mijn oom stuurt mij steeds de keuken uit.
Alles wat in zijn ogen niet goed gaat, heeft invloed op wat de Hindostaanse gemeenschap van ons vindt.
Er ontstaat een groot drama, wanneer mijn zus verliefd wordt op een blanke jongen.
Op school ben ik vrij.
Ik ben de eerste uit de familie die naar de universiteit gaat.
“Je wordt arts of advocaat”, wordt er gezegd.
Ik kies het laatste.
Ik wil weten waarom mij is overkomen, wat me overkwam.
Als zoon van het slachtoffer.
Mijn moeder.
Als zoon van de dader.
Mijn vader.
Het nachtleven als student blijkt een nog beter toevluchtsoord dan de middelbare school.
Ik ontdek er wat god verboden heeft.
Hier kan ik alles vergeten.
Ik feest, ik vlucht.
Ik feest, ik vlucht, ik kom thuis, geen rust.
Feest, vlucht, thuis, geen rust.
Jaren gaan voorbij.
Mijn cijfers dreigen ongeldig te worden.
Feest, vlucht, thuis, geen rust.
Dan komen er geschriften op mijn pad.
Ontdek ik de Griekse mythologie.
Ik begin te zoeken en te ontdekken.
Minder feesten, minder horeca, meer lezen, meer begrip.
Thuis, rust.
Ik schrijf van me af.
Ik studeer af.
Ik vind mijn drive.
Met gedetineerden werken brengt me dichter bij mezelf.
Ik zoek naar hoe ik anderen kan helpen, als ze vastzitten.
Naar hoe ze terug kunnen naar de maatschappij.
Ik zie broers die opgroeien in eenzelfde gezin; de één komt op het goede pad terecht en de ander in het systeem.
Ik zie jongens van achttien die op adrenaline gaan.
Die denken dat het eeuwig zal duren.
Ik zie jongens van dertig, die er klaar mee zijn.
Die hulp nodig hebben met het vinden van een kamer.
Wie zijn wij als mens en waarom doen we de dingen die we doen?
Het wordt een ontdekkingstocht.
Ik begin met yoga.
Ik leer, maar niet om te vluchten.
Wie ben je?
Wat ben je?
Waar ga je naar toe?
Ik vraag het aan anderen en aan mezelf.
Ik begin een stichting.
Ik droom van groei.
Niet vanwege het geld, maar om de hoeveelheid mensen, die ik bereik met mijn boodschap.
Ik ben nog lang geen volleerd docent.
Met alle kennis en vaardigheden val ik zelf ook in oude patronen.
Stress, weinig slapen, disbalans.
In de toekomst zullen er ook zaken zijn, die me doen wankelen, maar de kunst is om het te herkennen en dan mezelf te resetten.
Thuis, rust, balans.
—
Dit is het verhaal van Dew.